Met haar rustige, heldere stem neemt ze de luisteraar mee in de wereld van de weggelopen tiener Milly uit Londen. Inlezer Lydia Scheen zit achter een microfoon in één van de elf studio’s van de Christelijke Bibliotheek voor Blinden en Slechtzienden (CBB). Ze leest het boek Onze levens in Londen van schrijfster Christine Dwyer Hickey in. Op die enkele vierkante meters binnen de geluidsdichte muren van de opnamestudio is ze in haar element. “De wereld draait buiten door, maar even zonder mij. Ik ben in Londen en in mijn achterhoofd weet ik dat ik dit voor een ander doe. Ik houd van lezen en ik kan iets voor een ander betekenen. Zo snijdt het mes aan twee kanten.”
“Romanlezers geven het boek een stem. Ze brengen het verhaal tot leven”
Opname op cassettebandjes
De CBB is erop gericht om mensen met een visuele beperking toegang te geven tot alle gewenste lectuur. Naast de productie voor de landelijke collectie van Bibliotheekservice Passend lezen heeft de CBB ook een eigen, christelijke collectie. In passende leesvormen stellen ze kranten, tijdschriften en overige uitgaven met een christelijke signatuur beschikbaar.
Na een bezoek aan een open dag tijdens het 80-jarige bestaan van de CBB begon Scheen 32 jaar geleden als vrijwilliger met inlezen. In die tijd werkte ze samen met een geluidstechnicus. “We namen het op met cassettebandjes. Maakte ik een fout, dan kostte het herstel veel tijd’’, herinnert ze de opnames in de beginjaren vanuit de kelder van Bartiméus in Zeist. Inmiddels heeft ze ruim tweehonderd inlees-collega’s bij de CBB en neemt de inlezer alles zelf digitaal op via een tablet. “De techniek haalt ons in. Die is bepalend.” De interactie met de technici mist ze weleens. “Dat waren vaak juist de mensen uit onze doelgroep, blinden en slechtzienden.”
Plezierige stem
Om inlezer te worden volgen de aanmelders eerst een interne cursus. Eén op de vijf aanmeldingen slaagt hiervoor. “Sommige stemmen zijn te scherp of bevatten teveel bijgeluiden. Andere deelnemers hebben hun ademhaling niet genoeg onder controle. Een stem mag geen stoorzender zijn in de taal. Je hebt een plezierige stem nodig, waar je uren naar kunt luisteren. Daarnaast is het belangrijk dat je gevoel voor boeken hebt. Dat je de emoties en de boodschap van een verhaal begrijpt.”
Als je pas begint met inlezen is het volgens Scheen hard werken om je concentratie erbij te houden. “Dat vraagt echt aandacht. Ook de stem moet conditie opbouwen, dat vergt oefening en training. Voor een beginnende inlezer is een kinderboek prima om mee te starten. Daar mag nog meer theater en expressie in voorkomen. In een roman mag dat niet”, legt ze uit.
Haar beste tip voor nieuwkomers is: lees voor die ene persoon. “Die ene luisteraar. Zie hem of haar voor je zitten in de studio. Maak het klein.” Ook de stiltes in een verhaal vindt ze belangrijk. ”Stiltes geven je de ruimte om de tekst te laten bezinken of om de spanning op te bouwen.”
Boeken een stem geven
In opdracht van de Koninklijke Bibliotheek produceert de CBB braille, grootletter, digitale bestanden en gesproken lectuur voor Bibliotheekservice Passend Lezen (BPL). Samen met Bibliotheekservice Passend Lezen en Dedicon vormt de CBB de keten Passend Lezen. Elke week krijgt de CBB vanuit de Koninklijke Bibliotheek uit Den Haag een aantal boeken toegewezen. Bij binnenkomst van de boeken wordt een selectie gemaakt. “Welk boek past bij welke inlezer? Is er een mannen- of een vrouwenstem nodig? Is het een roman of een informatief boek?”, legt ze de verdeling van de boeken uit. “Romanlezers geven het boek een stem. Ze brengen een verhaal tot leven. Actuele titels, zoals het boek Mijn naam is Emilia del Valle van Isabel Allende, worden binnen drie maanden ingelezen. Voor andere boeken staat de inleestijd op negen maanden.”
Bijzondere inleesprojecten
Het boek De tar van mijn vader van auteur Yasmine Ghata vond ze één van de mooiste boeken om in te lezen. “Een bijzonder mooi verhaal dat zich afspeelt in Turkije. Voor dit verhaal waren er twee stemmen nodig. Die van een moeder en die van een zoon. We hebben het gesplitst van elkaar ingelezen en later is dat samengevoegd tot een mooi eindproduct. Dat zijn de cadeautjes in dit werk.”
Haar grootste inleesproject was een gedichtenbundel met Nederlandse poëzie van de negentiende tot en met de eenentwintigste eeuw samengesteld door Gerrit Komrij. “Bij Dedicon lag het al een tijd op de plank. Zij kwamen er niet aan toe en samen hebben we dit project opgepakt. We verdeelden de bundel over vijf stemmen. Dit bijzondere project duurde een paar jaar voordat het af was. Het zijn vijf prachtige cd’s geworden”, vertelt Scheen die in 2005 de overstap maakte vanuit het onderwijs naar de baan op de afdeling audio van de CBB. Daarnaast bleef ze actief als vrijwilliger. Vijftien jaar later ging ze met pensioen, maar van het inlezen nam ze nog geen afscheid.
“Ik kom hier waardevolle boeken tegen, waar ikzelf niet snel aan denk. Dat is een extraatje van dit vrijwilligerswerk”
Kinderstemmen in de studio
Aan het inlezen van de meeleesboeken van uitgeverij Delubas beleefde ze veel plezier. Ze kreeg de opdracht om kinderstemmen te regelen. Op een woensdagmiddag kwamen twee klassen langs in de studio. “Enkele kinderen vonden het zo interessant, die lezen hier nog steeds in.”
Zelfs haar kleinkinderen liepen hun maatschappelijke stage bij de CBB. Ze denkt met een glimlach terug aan haar kleinzoon die plaatsnam achter de microfoon in de studio. “Hij was kritisch op zijn eigen werk. Dat is ook de bedoeling, dat je kritisch over je eigen schouder meekijkt. Klinkt het zoals ik dat wil. Zelfcontrole hebben.”
Op zoek naar de juiste uitspraak
Per inleesbeurt leest ze ongeveer zestig tot zeventig pagina’s in. “Heb ik een boek van zevenhonderd pagina’s dan ben ik tien ochtenden bezig.” Soms leest ze de boeken die ze inleest vooruit. Zoals haar volgende boek dat ze in gaat lezen, De moeders van Mahipur van de auteur Forugh Kairimi. “Het boek geeft een mooie inkijk in de Afghaanse cultuur en de geschiedenis. Het is een pittig thema. Ik kom hier waardevolle boeken tegen, waar ikzelf niet snel aan denk. Dat is een extraatje van dit vrijwilligerswerk.’’
Ze bereidt het inlezen van vertaalde boeken uit het buitenland zorgvuldig voor. “Ik kan genieten van een goede IJslandse thriller. Tijdens het lezen maak ik woordenlijsten. Daarna zet ik mijn familie- en kennissenkring in. Via via kwam ik laatst in contact met een IJslandse vrouw. Zij heeft voor mij de woordenlijst doorgenomen en de juiste uitspraak daarvan doorgezonden.”
Tussen de regels door
De Nunspeetse vindt dat je als inlezer van elk boek iets interessants moet weten te maken. “Sommige boeken lezen zichzelf. Dat zijn de goede boeken. De zinnen kloppen. Het verhaal rolt dan door. Natuurlijk komt het weleens voor dat ik een passage inlees die niet bij me past. Dan stap ik even over mijn grenzen heen en na een paar bladzijden is die scene weer voorbij.”
Met haar jarenlange ervaring binnen de CBB merkt ze al snel op wanneer ze een minder goed exemplaar in handen heeft. “Heeft het boek niks inhoudelijks. Is het een bagger aan tekst, dan mag het van mij uit de collectie.”
Met weinig woorden, veel zeggen. Dat past het beste bij haar. “Daarom houd ik van poëzie. Een paar woorden die je raken. Dat tussen de regels door veel wordt gezegd.” Taal is volgens haar hét communicatiemiddel. “Met taal kun je gevoelens uit te drukken. Taal is nodig om te leven.”
💬 Mail ons!
Heb jij een tip of opmerking? Mail naar de redacties: redactie@vrmg.nl of bel:
Redactie Nijkerk 0341-798298 | Redactie Nunspeet 0341-258133